Methodische inhoud

De logopedische zorg voor personen met afasie kan worden verbeterd door  de therapiefrequentie en/of -intensiteit te verhogen volgens Logopedische richtlijn ‘Diagnostiek en behandeling van afasie bij volwassenen’.  (Berns et al., CBO& TNO. (2015). Aanbeveling 12 uit de Richtlijn: ’12. De logopedist dient de persoon met afasie tenminste twee uur per week directe individuele therapie aan te bieden.’

Inhoudelijk kan de afasietherapie worden verbeterd door aanvullend behandelmateriaal aan te bieden voor cognitief-linguïstische therapie (CLT) volgens de Richtlijn neuropsychologische revalidatie (Heugten, van, Bertens & Spikman (2017)).

Dit behandelmateriaal is tot op heden niet eenvoudig beschikbaar voor alle 4 de taalmodaliteiten auditief taalbegrip, visueel taalbegrip, mondelinge taalproductie en schriftelijke taalproductie.

Afasietherapie.be van Logoclicks genereert voor de vier taalmodaliteiten maatwerkoefeningen die perfect aansluiten op de aard en de ernst van de afasie.

Cognitief-linguïstische therapie (CLT)

Afasietherapie.be van Logoclicks is ontwikkeld op basis van de volgende uitgangspunten:

  • Cognitief-linguïstische therapie (CLT) wordt in de acute en post-acute fase van afasietherapie als de gouden standaard gezien (Heugten, van, Bertens & Spikman (2017). Richtlijn neuropsychologische revalidatie. Nederlands Instituut van Psychologen.).
  • Voor een effectieve afasietherapie is er intensieve taaltherapie nodig van minimaal 2 uur per week (Berns et al., CBO& TNO. (2015). Logopedische richtlijn ‘Diagnostiek en behandeling van afasie bij volwassenen’.) maar bij voorkeur meer.

Om de methodische inhoud voor Afasietherapie.be te bepalen is het taalverwerkingsmodel van Ellis & Young (1988) als basis genomen.

Uit het Ellis & Young model zijn de verschillende soorten oefeningen gecategoriseerd zodat het voor logopedisten duidelijk is op welke manier de routes in het model geleid hebben tot de verschillende oefeningen.

De vier taalmodaliteiten

De vier taalmodaliteiten, auditief en visueel taalbegrip en mondelinge en schriftelijke taalproductie zijn de ‘hoofdstukken’ die de eerste stap zijn in het selecteren van de gewenste oefeningen door de logopedist.

Vervolgens kunnen de linguïstische parameters en specifieke oefeneffecten gekozen worden. De laatste stap is dan om de moeilijkheid van de oefeningen te bepalen en de oefeningen voor de cliënt te genereren. Voor het bepalen van de moeilijkheid worden onder meer de frequentie, de Age of Acquisition, concreetheid en aantal letters gebruikt.

De onderverdeling van de woorden in categorieën en thema’s sluiten de oefeningen optimaal aan op de interesses van de cliënt wat een positieve invloed heeft op de motivatie.

Cueing

Afasietherapie.be biedt verschillende cueing methoden die online toepasbaar zijn zonder tussenkomst van de logopedist zodat de cliënt in veel gevallen door kan met de oefeningen ook als dat wat moeilijker gaat.

In de rapportage van de resultaten worden de effecten van de cues meegewogen.

Door de nauwkeurige bepaling van de soort oefeningen, het thema en de moeilijkheid kan een vrijwel onbeperkt aantal oefeningen gegeneerd worden.

Ik ben logopedist


Ik ben logopedist

Ik heb afasie


Ik heb afasie